In het vorige hoofdstuk heb je geleerd hoe je ervoor kunt zorgen om slimmer te worden. Je hebt van ons een mooie checklijst gekregen om te gebruiken. Hoe gaat jouw challenge om het aantal gezonde gewoontes steeds verder uit te breiden?
We hebben het ook gehad over de hersencellen, je grijze massa (neuronen). We hebben het gehad over de verschillende methodes die door het brein gebruikt om informatie over te dragen. Een kleine hapering in dat systeem van informatie overdracht, veroorzaakt wanneer een brein niet in topconditie is, heeft dus veel consequenties voor de mate waarin mensen gelukkig en succesvol zijn of falen.
Als laatste hebben we het belang van de witte massa (gliacellen) behandeld. De gliacellen zijn de onderhoud monteurtjes van het brein. Zoals sporters een masseur nodig hebben, hebben hersencellen de gliacellen nodig. Hoe meer gliacellen des te beter het brein kan functioneren. Einstein had, in die gebieden waar hij in uitblonk, meetbaar meer gliacellen die dichter bijeen zaten.
In dit hoofdstuk gaan we het hebben over neurotransmitters, elektriciteit en andere chemicaliën in het brein. De rol van water, zuurstof en bloed komt aan de orde. Ook de informatie over cholesterol is zeer interessant. De meeste mensen hebben geleerd dat cholesterol slecht is, maar is dat wel zo? Misschien wordt je wel dommer als je te weinig cholesterol eet. Dat leidt tot de vraag of we wel ‘gezond’ eten voor een mooi figuurtje en een gezond lichaam of voor een hoger doel? Wat vindt je brein hiervan? Welke stoffen heeft het brein nodig om goed te kunnen functioneren?
Als laatste wordt de mythe van dat we maar 10% van ons brein gebruiken toegelicht. We nemen hiervoor een bijzondere invalshoek, namelijk die vanuit de celbiologie. Deze wetenschap heeft een bijzondere kijk op hoe je ervoor kunt zorgen dat je immuunsysteem in optimale conditie komt. Dat is best handig in deze tijd.